Doorsneepremiesystematiek versus solidariteitsreserve

In maart 2021 legden we de vraag voor aan een groep HR-professionals. Welk pensioenstelsel vindt u in de basis het eerlijkst? 

Geldbiljetten met rekenmachine
Nieuws
Datum: 12-11-2021

Men kon kiezen uit de volgende vier categorieën:

A) Leeftijdsonafhankelijke premie en een leeftijdsonafhankelijk pensioenresultaat
B) Leeftijdsonafhankelijke premie en een leeftijdsafhankelijk pensioenresultaat
C) Leeftijdsafhankelijke premie en een leeftijdsonafhankelijk pensioenresultaat
D) Leeftijdsafhankelijke premie en een leeftijdsafhankelijk pensioenresultaat

Uitkomst was dat antwoord C en antwoord A meer stemmen kregen dan antwoord B. Zoals u weet neem het wetsvoorstel Toekomst pensioenen juist afscheid van de pensioensystemen A (de doorsneepremiesystematiek) en C (de verzekerde middelloonregeling). Antwoord B, de leeftijdsonafhankelijke premie die leidt tot een leeftijdsafhankelijk pensioenresultaat, kreeg nauwelijks stemmen. Antwoord B vertegenwoordigt echter wel het nieuwe pensioenstelsel: iedereen krijgt een leeftijdsonafhankelijke premie maar juist omdat deze persoonlijk wordt toebedeeld leidt dit tot een ander resultaat voor jongeren dan voor ouderen. Als dit een graadmeter is voor de acceptatie van het nieuwe pensioenstelsel in de samenleving dan houden wij ons hart vast.

Het nieuwe pensioenstelsel zou een probleem oplossen van de doorsneepremiesystematiek. Veel genoemd nadeel is namelijk dat de doorsneepremiesystematiek ervoor zorgt dat jongeren bijdragen aan de pensioenen van de oudere branchegenoten. Dat zou oneerlijk zijn. Die oneerlijkheid is echter pas zichtbaar als je onder de motorkap van het huidige stelsel gaat kijken. Onder de motorkap kun je zien dat voor hetzelfde pensioenresultaat voor ouderen een hogere premie nodig is dan voor jongeren. Dat je dan van jongeren een zelfde werknemersbijdrage zou vragen dan voor ouderen zou dan oneerlijk zijn. Aan de andere kant betaalt een jongere dan voor hetzelfde pensioenresultaat hetzelfde als een oudere werknemer. Zo oneerlijk is dat toch niet? Het werkgeversdeel van de doorsneepremie regelt solidariteit van werkgevers met een jong bestand naar werkgevers met een ouder bestand.  In de literatuur wordt dat werkgeversdeel bij ons weten niet als een probleem ervaren.

Pas onder de motorkap kun je de doorsneepremiesystematiek als oneerlijk ervaren. De vraag is echter of het voorgestelde stelsel niet exact hetzelfde doet. De solidariteitsreserve zit onder meer onder de motorkap van het nieuwe stelsel. Deze wordt gevuld door premies (werknemers en werkgevers dus) en door overrendement. Overrendement wordt naar verwachting vooral door jongeren gegenereerd. Wij komen tot de conclusie dat er dan opnieuw gelden gerealiseerd door en voor jongeren worden gebruikt voor een reserve ten behoeve van ouderen (inclusief gepensioneerden). Als in dat geval uit de enquête blijkt dat optie A en C beter worden gevonden dan optie B (het nieuwe stelsel), hoe houdbaar is dan nu reeds dit nieuwe stelsel?

Heeft u een vraag of wilt u persoonlijk advies?

Heeft u naar aanleiding van informatie op deze pagina een vraag of wilt u persoonlijk advies? Vul dan het onderstaande reactieformulier in of neem contact met ons op.